De tijd waarin hij leefde

Mijn grootvader is geboren in het tijdperk der zekerheden.

Het geschiedenisboek “Wereld in wording” schrijft over het tijdperk van 1871-1914:
“men verkeerde in de vaste overtuiging dat de wereld vooruitgaat. Men had hoge verwachtingen van de ontwikkeling van de natuurwetenschap, die op allerlei gebieden leidden tot tastbare resultaten. Er ontstond dan ook een grenzeloos optimisme over de mogelijkheden van het menselijk kunnen. De opmerkelijke vorderingen van de techniek versterkten dit optimisme. Men zag als blijkbaar einddoel een menswaardig levensbestaan voor allen.”
Zeker is dat de wetenschap tot grote resultaten kwam: elektriciteit als energiebron met de uitvinding van de dynamo (1866) en de eerste elektrische trein, die in 1879 reed . De eerste automobiel (van Daimler) was al in 1833 op het toneel verschenen. De dieselmotor werd uitgevonden in 1897 en in 1903 het vliegtuig van de gebroeders Wright.
Op medisch gebied traden op: Pasteur, de grondlegger van de vaccinatie, Koch die de tuberkelbacil ontdekte in 1882, terwijl de oorzaak van de malaria werd gevonden in 1899.
De röntgenstraling werd ontdekt en madame Curie en haar man bestudeerden de radioactiviteit.
De verdere ontwikkeling van de natuurwetenschap en de verstedelijking hadden tot gevolg dat er een ontkerkelijking plaats vond; de kloof tussen wetenschap en geloof werd groter. Het vertrouwen ontstond dat de evolutie armoede, ziekte en oorlog zal doen verdwijnen, doordat de wetenschap “het grootst mogelijke geluk voor allen” zal brengen.

 

Ferdinand Domela Nieuwenhuis,
dominee, vrijdenker, socialist, anarchist en antimilitarist, maar voor alles strijder tegen maatschappelijk onrecht.

 

 
In Usquert en Hallum merkten mijn voorouders daar nog niet zo veel van. Zij waren hardwerkende mensen en de vooruitgang ging aan hen voorbij.
Ik veronderstel dat men daar meer geboeid was door Domela Nieuwenhuis (1846-1919) Domela Nieuwenhuis, die in 1879 het predikambt neerlegde, richtte de Sociaal Democratische Bond op, was redacteur van het weekblad ” recht voor allen”, en hield in het noorden spreekbeurten. De Friese advocaat Troelstra (1860-1930) richtte in 1894 de S.D.A.P. op en nam de socialistische beweging over uit handen van Domela Nieuwenhuis, die het gemeenschappelijke doel, verbetering van de situatie en emancipatie van de arbeiders, wilde bereiken langs meer revolutionaire anarchistische wegen.
Ik kan me voorstellen dat opa sympathiseerde met Domela Nieuwenhuis en Troelstra, die opkwamen voor mensen als Klaas Keuning, de vader van Johannes Keuning.
Toen opa 22 jaar was brak de haven- en spoorwegstaking uit. Het was 1903 en opa Johannes Keuning was in dat jaar onderwijzer in Makkum. In 1904 trouwde hij en in 1905 kreeg hij een baan in Hollum (Ameland). Vervolgens werd hij leraar aan de zeevaartschool in Groningen. Het echtpaar Keuning verhuist in 1912 naar Schiedam. Wat het uitbreken van de oorlog in 1914 heeft betekend voor Johannes en Jantje Keuning-Dreise, die toen 2 kinderen hadden, kan ik niemand meer vragen en uit geen geschrift of brief afleiden. Ik lees dat er verschillende crisismaatregelen genomen werden: een ervan was de distributie van levensmiddelen via een uitgebreid kaartsysteem. Waarschijnlijk heeft de schaarste ook hen getroffen. In het najaar van 1914 zochten honderdduizenden Belgische vluchtelingen hun toevlucht in Nederland. Zij waren door de Duitse troepen opgejaagd en overal was noodopvang geregeld. Of opa en oma ook onderdak aan de vluchtelingen verleend hebben weet ik niet.
Opa las in de krant van de oktoberrevolutie in Rusland in 1917 en hoorde van de opkomst van het fascisme in Italië in 1922. Hij maakte de wereldcrisis van 1929 mee. De productiekracht van de wereld was sterk gestegen, maar vele arbeiders verdienden te weinig om de goederen die zij nodig hadden te kopen. Zo ontstonden overschotten en tekorten naast elkaar. Suiker, graan en koffie werden vernietigd, terwijl 2,4 miljoen mensen van de honger stierven. Een schokkende toestand waarbij het vertrouwen in een toekomst van welvaart en geluk voor allen danig op de proef werd gesteld. Nasleep van deze crisis was de grote werkloosheid, ook in Nederland. Het tijdperk van de zekerheden was voorbij. Het nationaal-socialisme kwam op onder Adolf Hitler en toen president Von Hindenburg in 1934 stierf nam Hitler diens bevoegdheden over.
De overval van de Duitsers op 10 mei en vooral het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 moet het gezin Keuning met ontzetting vervuld hebben. De oorlog was begonnen en de regering week uit naar Engeland. Nederland werd bezet door de Duitsers en de beroving en uitbuiting van Nederland was begonnen. Alles werd gedistribueerd d.m.v. bonnen en er ontstond zwarte handel. De druk en terreur namen toe. Het was voor iedereen verschrikkelijk, maar voor de Joden was het een hel. Een stukje geschiedenis:
In 1941 werd de hele Jodenwijk in Amsterdam met prikkeldraad omsloten en alle Joden
uit Amsterdam werden in dat getto opgesloten. Als verzet tegen de Jodenvervolging, tegen de onmenselijkheid, ontstond de Februaristaking te Amsterdam, maar die mocht niet baten. De Joden werden vernederd, geïsoleerd en gediscrimineerd. Tenslotte werden zij weggevoerd naar Westerbork en erger. Wij weten hoe het afliep met hen.
Het verzet groeide, mannen doken onder om te ontkomen aan de arbeidsdienst. De burgerij saboteerde eendrachtig de bevelen van de bezetter en de illegaliteit ontstond.
Op 6 juni 1944 begon Eisenhower vanuit Engeland de aanval op Normandië (d-day) De landing werd voorafgegaan door parachutes en gedurende de eerste honderd dagen van de invasie werden 2,5 miljoen man aan land gebracht. Velen van hen lieten het leven. Vlak voordat de oorlog beëindigd werd hebben de mensen in het westen van het land de hongerwinter van ’44/45 meegemaakt. In het westen van het land liep men dagen om maar ergens aan eten te komen en veel mensen hadden hongeroedeem. Ook konden de huizen niet meer verwarmd worden; men brandde alles wat los en vast was. De bevrijding, 5 mei 1945 werd dan ook uitbundig gevierd.
Ondertussen was Hitler in juni 1941 ook Rusland aangevallen, wat Japan in de gelegen-
heid stelde zijn expansieplannen in de stille zuidzee op grote schaal uit te voeren.
Daarom werd Pearl Harbor aangevallen, waar de Amerikaanse marine gelegerd was. De Amerikanen kwamen nu in oorlog met Japan, Duitsland en Italië. De tweede wereldoorlog was
begonnen. Ook Nederland verklaarde de oorlog aan Japan, terwijl Soekarno zich tegenstander van Japan noemde. In Indonesië werden de Europeanen uit de geallieerde landen
samengedreven in interneringskampen, teneinde het prestige van de westerlingen te vernietigen.
Toen de nederlaag duidelijk werd, bevorderden de Japanners het Indonesisch nationalisme zoveel mogelijk: het veroverde gebied mocht niet weer in handen komen van de Nederlanders. Soekarno werd door de Japanse keizer ontvangen en plechtig werd de Indonesiërs onafhankelijkheid beloofd. Maar in augustus 1945 werd Japan tot overgave gedwongen door de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki in augustus 1945 . Daarbij verbrandden 86000 mensen en bijna evenveel mensen werden zwaar verminkt. Mijn grootouders moeten met afgrijzen op dit bericht gereageerd hebben. Oorlog is altijd al verschrikkelijk maar niet eerder werd gebruik gemaakt van een atoombom. Het is, net als de holocaust van de Joden, om je verstand bij te verliezen, zo gruwelijk.
Na de tweede wereldoorlog heeft er een stijging van de welvaart plaats gevonden ondanks de oorlogsschade en het verlies van Indonesië.

Oud Schiedam
De industrialisatie werd op gang gebracht door de Marshallhulp en Rotterdam werd een handelsstad van steeds groter betekenis. Maar er was wel een woningprobleem, dat had te maken met de oorlogsschade, de daling van het sterftecijfer en de toename van de bevolking. In Schiedam bij voorbeeld, was een heel oude wijk, veel te dicht bewoond, met veel te slechte huizen, waar het naar jenever stonk, het zogenaamde oud Schiedam. Al was ik nog maar acht of negen jaar toen ik het zag, deze wijk maakte net als het gebombardeerde Rotterdam van na de oorlog een onuitwisbare indruk van ellende en narigheid op mij.
Een volgende ramp in de nabijheid van Schiedam was de watersnood in Zeeland in 1953 Dat betekende grote ellende voor veel mensen, maar doordat men nu over goede media beschikte, kon er een actie gehouden worden onder het motto “Beurzen open dijken dicht.” Behalve veranderingen op politiek en sociaal gebied, -de verzorgingsstaat is na de oorlog ontstaan-, kwam ook de emancipatie van vrouwen op gang. Radio en televisie brachten behalve nieuws ook educatieve programma’s, waardoor men kennis kon nemen van nieuwe denkbeelden op allerlei gebied.

Over nieuwe denkbeelden gesproken: ongetwijfeld heeft opa ook de ontwikkelingen in de theologie gevolgd, want behalve in aardrijkskunde en geschiedenis was hij ook in theologie geïnteresseerd. Hij zou bijvoorbeeld geïntrigeerd geweest kunnen zijn door Tillich, Bonhoeffer en Teilhard de Chardin.
Paul Tillich (1886-1965) was een leeftijdgenoot van hem, die zich in het bijzonder heeft beziggehouden met het “diepste”, dat hij met God vereenzelvigt. God is zoiets als het voelen van het heilige. Een uitspraak van Tillich was : ”Zoek nergens naar; probeer niets te verrichten; wil niets. Aanvaard simpelweg het feit, dat jij aanvaard bent.” Tillich was ervan overtuigd, dat de symbolen om God te duiden van tijd tot tijd moeten kunnen veranderen. Tillich zocht naar verbindingen tussen theologie en filosofie, religie en cultuur.
Bonhoeffer (1906-1945), was een Lutherse predikant, die vanwege zijn activiteiten in de verzetsbeweging tegen Hitler gevangen genomen werd en door de nazi’s in 1945 opgehangen .Zijn naam is verbonden aan het seminarie van de “bekennende Kirche” waarvan hij in 1935 hoofd was geworden. Bonhoeffer was ervan overtuigd dat hij de moeilijkheden die christenen in het Duitsland van die tijd te wachten stonden niet mocht ontlopen: hij was betrokken bij het smokkelen van Joden naar Zwitserland en verzette zich tegen Hitler.
Teilhard de Chardin (1881-1955) was Jezuïet en autoriteit op het gebied van geologie en paleontologie. Ik denk dat opa van zijn theorieën zeker kennis heeft genomen. Teilhard de Chardin meende dat de kosmos een allesomvattend evolutieproces doormaakt, waarbij steeds grotere en meer gecompliceerde deeltjes worden gevormd. Hij zei dat alle materie tweezijdig van structuur is: naast hun buitenkant bezitten de dingen een bewustzijnsbinnenkant. De evolutie loopt uit op het punt omega en omega is God. Het lijkt een verzoeningspoging van de wetenschap met het geloof en is als zodanig interessant genoeg om van op de hoogte te zijn.

Natuurlijk had ik ook graag willen weten wat de visie van mijn grootvader was op de gevonden documenten in Nag-Hammadi in 1945 en de vondst van de Qumranrollen (de dode-zee rollen) in 1947. In Nag Hammadi zijn teksten uit de eerste eeuwen van onze jaartelling gevonden. Sommige codices bevatten vroeg-christelijke evangeliën waaronder het evangelie van Thomas. Deze teksten hebben een nieuw licht geworpen op de gnostiek, die in de kerkgeschiedenis alleen door tegenstanders hiervan bekend was en ketters genoemd werd. Deze geschriften hebben commotie onder de orthodoxe theologen veroorzaakt.
De dode zee rollen hebben veel gegevens verschaft over het joodse leven en denken van voor de jaartelling en van de periode kort daarna. Voer voor in theologie- geïnteresseerden, dus.

Van de tijdgenoten van opa die bekendheid hadden verworven op literair en maatschappelijk gebied noem ik:

Herman Gorter, 1864-1927 ; Henriette R. Holst 1869-1952 ; Albert Schweizer 1875-1965 ; Marie Koenen, 1879-1959; Carry van Bruggen 1881-1935; Jacob Israel de Haan 1881-1924; Nescio 1882-1961; Willem Elsschot 1882-1960; F.Bordewijk 1884-1965;
Willem de Merode 1887- 1939; Willem Banning 1888-1971

BANNING, Willem
(roepnaam: Wim), voorzitter Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers en medeoprichter Nederlandse Volksbeweging en PvdA, is geboren te Makkum (Fr.) op 21 februari 1888 en overleden te Driebergen op 7 januari 1971. Hij was de zoon van Jan Hermanus Banning, haringvisser, en Aafke Canrinus. Op 9 oktober 1915 trad hij in het huwelijk met Henriëtta Johanna Wilhelmina Schoemaker, onderwijzeres, met wie hij drie dochters kreeg.

Mijn opa kon trots vertellen dat hij Willem Bannink korte tijd in de klas heeft gehad.