----Cornelis farmed in Noordbroek, on nr.26 north. He was a member of the Vlaamse Gemeente (= a Baptist branch).

----1-2133 - Staten archief - ao 1630 - Verponding -Noordbroek - Comellijs Sijaddens -14 1/2 deimt-

----731-7189 - Noordbroek - 6 mei 1631 - Comellijs Sijaddens en Haicke (ehel.) zijn schuldig aan Rene Pieters, weduwe van Peter Comelis 300 Emder guldens à 4%.

----731-7190 - Noordbroek - 6 november 1637 - Eppo Pieters, Hijlcke Sijaddes en Frerick Wessels, voogden over Cornellijs Sijaddens en zijn overleden vrouw Haicke hun kind, met name Emme, verkopen aan Cornellijs Sijaddens, de vader, de behuizing, schuur, levende have etc. Uitgezonderd de groene landen, de venen en de kleding van de moeder. Prijs: 760 daler.

----731-7191 - Noordbroek - 24 februari 1645 - Uffke Wijerdts, namen Hille, zijn vrouw, ter ener, en Uffke Wijerdts, Focko Luijens en Aijelt Meertens, voogden over Waelke Weerts' 4 nagelaten moederloze kinderen, en Remcko Meertens, Claes Gerrits en Geert Luitiens, voogden over Hilt Sijpkens' nagelaten zoon, anderdeels, met Waalke Weerts voor Geertien, zijn vrouw, en Cornellijs en Hijlcke Sijaddes, broers, namens hun vrouwen, ma- ken een erfwisseling van landen gelegen in Comellijs Sijaddens' heerd. Uffke Wijerdts en de zijnen is ten deel gevallen een stuk land strekkende uit bet oosten van de Hoijwech hen an de olde Goete in 't westen. Uffke is zelf ten deel geva1len 2 1/2 deimt 13 roeden. Nog ant westen van de olde Goete een stukctien lants, groot vijfftichste half roeden, van de Goete ant westen van de neij graven sloot; nog 2 akkers land strekkende uit het oosten van het kerkpad, in bet westen aan Cornellijs Sijaddens' tuin hen an de boute. Cornellijs en Hijlcke Sijaddes, broers, is ten deel gevallen al bet land uit bet oosten van de nieuw gegraven sloot in t westen ant Dwarsdeep.

----731-7191 - Noordbroek - 26 februari 1648 - Hijlcke Sijaddes en Frerick Wessels, voormond en sibbevoogd over de dochter van wijlen Cornellijs Sijaddes en Haicke, zijnde Eppo Peters haer darden hulpe voor desen verstorven verkopen aan Menste Engelberts, Emme Cornelijs' stiefmoeder, hun aandeel van de behuizing, levende have, roerend goed. Prijs: 151 daler 9 st. Bovendien 6 daler rente zolang het een lening blijft.

----731-7191 - Noordbroek - 15 augustus 1649 - Hijlcke Sijaddes, Hendrik Engelberts en Berent Jacobs, voogden over Cornellijs Sijaddes nagelaten onmondige kinderen, met name Haike, Focke, Engelbert en Sijadde, verkopen aan Feijo Alberts en Menste (ehel.), stiefvader en moeder van genoemde kinderen, de behuizing, schuur etc. zoals Cornellijs volgens inventaris heeft nagelaten.

----731-7192 - Noordbroek - 11 februari 1656 - Harmen Uckens en Emme Comellis (ehel.), Feijo Alberts en Menste (ehel.), met Hijlcke Sijaddes en Berent Jacobs, voormond en vreemde voogd, met hun beide voor Hindrick Engelberts, sibbevoogd caverende, over Cornellijs Sijaddes' minderjarige kinderen bij Menste, ten overstaan van Peter Jans en Focko Meertens, hebben hun geerfde landen geschat en gedeeld. Harmen Uckens krijgt 4 3/4 deimt en 8 roeden in Cornellis' verlaten heerd, ten noorden Focko Meertens, ten oosten Feijo Alberts met de voormonden, ten zuiden Albert Berends erfgenamen, ten westen Feije Alberts en de voormonden; verder, 3 3/4 deimt en 12 roeden in Tiabbo Sijbrants' verlatene heerd, ten noorden en oosten Tiabbo Sijbrants' heerd, ten zui- den Noordbroekster armen en voorstanders, ten westen de Heerenwech doer het loech. Feijo en vrouw verkrijgen het huis en hof, daar Feije's behuizing op staat; bovendien een perceel land in 't westen ant Dwarsdeep streckende, ten noorden Focko Meertens, ten zuiden Albert Berends' erfgenamen; een perceel land uit het westen van de Hereweg strekkende int oosten aan dat kijltin bij de Olde Geute, ten noorden Tiabbe Sijbrants' erfgenamen, ten zuiden Peter Harmens en consorten.

----731-7193 - Noordbroek - 16 april 1661 - Feijo Alberts en Menste (ehel.), met Cornelis Harmens en Haijecke (ehel.) ter ener en Hijlcke Sijaddes en Berent Jacobs, voogden over Cornellijs Sijaddes en Menste, in leven ehel, hun onmondige kind Sijadde genaamd, nu in zijn zestiende jaar gekomen. De beide voogden treden op voor de derde voogd Hendrik Engelberts, die afwezig is. De landerijen die zijn nagelaten worden verdeeld. Feijo en Comelis met hun vrouwen zijn de volgende kampen ten deel gevallen. 2 3/4 deimt en 4 roeden, 5 deimt en 13 roeden, 2 deimt 10 roeden in anderhalf akker uijt oosten vant Dwarsdeep, int westen ande Kontelkampsloot, ten noorden Albert Berents erfgenamen en consorten, ten zuiden de kerk van Noordbroek. Tot slot 5 herendeimten en 4 roeden gelegen in 2 kampen. De voorstanders krijgen 5 deimt 4 roeden, de huisplaats ter grootte van een half deimt 37 roeden. Noch haer luiden an de westsijt van Harmen Uckens lant toegedeelt 5 deimt 75 roeden.

Van welke twe lesten posten Meinste het vruchtgebruik van haer twe verstorvene kinderen, Engelbert ende Fosse genoemt, is competerende.